Menu

Op basis van kosteneffectiviteitsstudies nemen beleidsmakers in de gezondheidszorg beslissingen over het invoeren van een nieuwe behandeling. Deze studies geven zowel informatie over de kosten als over de effecten van nieuwe behandelingen (of interventies). Wat de basisprincipes van deze kosteneffectiviteitsstudies zijn, wordt hier uitgelegd aan de hand van een praktisch voorbeeld.

De behandeling met anticoagulantia is niet zonder risico. Een juiste dosering is vaak van cruciaal belang. Deze studie gaat na hoe de anticoagulantiatherapie door huisartsen kan worden verbeterd aan de hand van verschillende interventies. Opleiding, een website, informatiebrochures, maar ook training in het gebruik van het CoaguChek™-toestel en computergeassisteerd advies werden ingevoerd om de anticoagulantiatherapie te verbeteren. Deze interventies hadden een duidelijke positieve invloed op het beleid, hoewel het computergeassisteerd advies minder goed door de huisartsen werd opgevolgd dan...

Van 737 patiënten die werden behandeld met orale anticoagulantia werden in deze retrospectieve analyse de INR-waarden bepaald. Omdat behandeling met orale anticoagulantia bepaalde risico’s inhoudt, wilde men het verband nagaan tussen het optreden van incidenten en het voorkomen van perifeer vasculaire aandoeningen. Uit de proportie van de tijd dat de INR-waarden binnen de vooraf bepaalde therapeutische range vielen, bleek er grote variantie te bestaan tussen de verschillende huisartsenpraktijken. En dit terwijl met de toenemende vergrijzing orale anticoagulatietherapie meer aandacht verdient.

Het proefschrift van dr. Nerée Claes tracht een antwoord te geven op de vraag wat de huidige kwaliteit van het anticoagulantiabeleid is in de Vlaamse huisartsenpraktijk en hoe die door verschillende educatieve en/of ondersteunende interventies kan worden verbeterd. Haar proefschrift wordt hier besproken door Marc Van Nuland en Annick Dermine, redactieleden van Huisarts Nu. Dr. Claes kreeg de kans om hierop een antwoord te formuleren.

Huisartsen pleiten al jaren voor echelonnering. De zogenaamde medische centra voor huisartsen (MCH’s) betekenen hierin een doorbraak. Hun belangrijkste kenmerk is de obligate verwijzing van de patiënt door de huisarts. Deze situatie is uniek voor Vlaanderen. In deze beschrijvende studie worden de negen tot hiertoe opgerichte MCH’s vergeleken op vlak van verenigingsvorm, interne organisatie, personeelsbeleid, financiële structuur en externe samenwerking. Ook andere gelijkaardige initiatieven worden onder de loep genomen.